Willy Feuggelen
Van alle kampioenen die op Roosendael actief waren is
Willy Feuggelen ongetwijfeld de meest opmerkelijke. Willy begon pas te
tennissen toen hij 44 was maar hij zou via een steile klim op de
klassementsladder, spelend als veteraan tegen de jongeren van Heren 3,
C+15 worden en in dat zware klassement het zelfs tot criteriumkampioen
van Limburg schoppen (1996). Ondertussen had Willy nationale bekendheid
verworven door zijn geweldige tornooiresultaten in Limburg, Brabant en
Brussel en zijn prestaties in nationale interclubontmoetingen waar hij
gerenommeerde tegenstanders opzij zette. De kracht van Willy lag in zijn
opstelling. Ondanks zijn kleine gestalte was hij aan het net bijzonder
moeilijk te passeren en Willy's snelle benen konden alle hoeken van het
terrein belopen. Een lob die iets te laag kwam werd ongenadig afgesmasht.
'Quel petit diable!' klonk het vol bewondering langs Brusselse courts
toen Willy er 'als boerke van Tienen' kwam aantreden in de nationale
competitie.
Carrière
Willy startte zijn beroepsloopbaan als schrijnwerker
(1959-1961) maar vond even later zijn ware roeping als brandweerman in
het korps van Tienen waar hij zich van 1962 tot aan zijn pensioen in
1998 bijzonder verdienstelijk maakte. Willy was altijd al fysisch
getalenteerd. Tijdens zijn legerdienst werd hij opgeleid tot 'gevechtszwemmer-helmduiker',
een specialiteit waarvoor uiterst weinig recruten in aanmerking komen.
Willy bleef na zijn legerdienst opleidingen voor sportduikers geven en
trok met hen naar Kenya, Egypte, Engeland (Penzance, Cornwall, naar de
Ierse zee). Een ongeluk in een Belgische steengroeve die zijn vriend
Janneke Van Campen het leven kostte, deed Willy beslissen om een andere
sport te kiezen. Willy speelde jaren basket! ja, basket! Ondanks zijn
kleine gestalte en misschien wel net omwille van zijn kleine gestalte
was hij moeilijk af te stoppen. Willy trainde ook een vrijwillige
brandweerploeg die verscheidene praktische proeven ging winnen in binnen-en
buitenland.
Tactisch tennis
Gevraagd naar zijn mooiste overwinning ooit komt er
een guitige lach over Willy's gezicht. Willy eindigde ooit als 5de in de
open reeks van het criterium van Brussel, waar hij dus uitkwam tegen
B-spelers en kleppers als Masson en Devos, de kampioenen van België! Ene
Dexters bewoog zich ook al jaren op eenzame hoogte en met zichtbaar
plezier vertelt Willy hoe hij deze vedette te grazen nam. Dexters liet
nooit iets aan het toeval over. Hij had zijn zoon op voorhand op
scouting gestuurd: die stond met zijn notitieboekje langs het terrein
waar Willy interclub tegen Sint-Truiden speelde. Toen Willy een week
later tegen Dexters uitkwam was die dus goed ingelicht, maar hij werd
het slachtoffer van zijn onderschatting. Tijdens de opwarming sloeg
Willy de hele tijd ballen naar de forehand van Dexters. Het was geweten:
daar kon ie formidabel mee uithalen en Willy werd blijkbaar weggeblazen.
Maar van zodra de match begon speelde Willy de hele tijd op de backhand
van Dexters en Willy scoorde vlotjes aan het net. Dexters werd zo
radeloos dat hij tijdens een kampwissel in razernij ballen over de
omheining en over de rij cipressen keilde... tot hij zich plots
realiseerde dat het zijn eigen ballen waren. Dexters verloor niet alleen
de match, hij moest nadien nog een kwartier de wei in om zijn ballen te
gaan zoeken!
(nvdr. Dexters speelde even later tornooi
tegen Roland Laermans op Racing Tienen en stond na een korte pauze niet
meer recht van zijn bank. Hij was overleden!
Datzelfde jaar moest Roland Laermans Willy Feuggelen vervangen op een
ontmoeting in TC De Mol. Roland kreeg er een hartinfarct en stierf ter
plaatse!)
Beste herinnering: Roosendael
Willy Feuggelen heeft voor verschillende clubs
gespeeld. Hij begon in Wilderen (1982) maar werd in 1990 door Racing
Tienen binnengehaald om ploeg te vormen met Jean Charlier, Arthur Vollen,
Karel Van Rompaey en Gaston Verbeylen, om nationaal te gaan spelen. In 1997
klopte Stade Leuven aan de deur: Willy verdedigde de Leuvense kleuren
tot 2000. Maar zijn mooiste tennisjaren moesten toen nog komen, zijn
verblijf in Roosendael namelijk. Willy doet er geen doekjes rond: 'Roosendael
is echt meegevallen. Het is de aangenaamste club waar ik ooit was! Ik
mocht meespelen in drie ploegen tegelijk: +35, +45 en Heren 120 ptn'.
Willy in de kantine van Roosendael. Iedereen hoopt
dat hij na zijn knie-operatie spoedig weer de oude wordt en als vanouds
met een tennisraket kan gaan toveren.
|