Helmut Brammerts, Seminar für Sprachlehrforschung, Ruhr-Universität Bochum, Bundesrepublik
Henk volgt aan de Hogeschool Katholieke Leergangen in Sittard
de tweedegraads lerarenopleiding Duits. Voor zijn studie moet hij
binnenkort een schoolstage in Duitsland gaan lopen. Zijn e-mail
tandempartner is Ulrike: zij studeert wis- en natuurkunde aan de
universiteit Bochum en volgt daarnaast cursussen Nederlands. Over
enkele maanden zal zij aan het Certificaat Nederlands als Vreemde
Taal deelnemen. Ze schrijven elkaar tenminste twee keer per week
en kletsen ook over persoonlijke ervaringen of problemen (meestal
in hun moedertaal). Maar op het moment staat de intensieve
samenwerking op de voorgrond en zij richten zich op de direct
noodzakelijke werkzaamheden.
Henk moet solliciteren naar een stageplaats aan een Duitse school
en hij verstuurt zijn brieven, c.v. en dergelijke naar Ulrike die
fouten corrigeert, maar vooral ook stilistische verbeteringen
voorstelt. Vaak legt Henk in het Nederlands uit wat hij zou
willen schrijven en vervolgens helpt Ulrike hem bij het vinden
van een Duitse formulering.
Ulrike bereidt zich intensief voor op het certificaatsexamen
Nederlands. Zij wil met name haar schriftelijke vaardigheden nog
verbeteren en verstuurt daarom de essay-opgaven met haar
opstellen naar Henk. Hij corrigeert vooral de spelfouten, omdat
Ulrike heeft aangegeven dat ze daarmee nog de grootste problemen
heeft.
Ze hebben allebei de indruk dat ze er ook zelf iets van leren als
ze de ander helpen. Regelmatig schrijven ze ook in hun
moedertaal, zodat de tandempartner van het authentieke
taalgebruik van de ander kan leren. Het corrigeren van de teksten
vonden ze in het begin nogal tijdrovend en saai. Maar nu hebben
ze geleerd dat ze niet alles hoeven te verbeteren en ze laten
elkaar weten waar hun prioriteiten liggen.
Ze leren niet alleen de vreemde taal; ze ervaren ook een boel over het andere land en over de mening van de partner hierover. Ulrike was bijvoorbeeld heel erg verbaasd dat Henk de prestaties van het Nederlandse elftal tijdens de vorige EK erg teleurstellend vond. En Henk heeft van Ulrike geleerd wat Wessis en Ossis zijn. Hij weet echter ook dát dit onderscheid voor Ulrike helemaal niet van belang is en vooral waarom.
Het leren van een taal in een tandem is autonoom leren dat
doorgaans talen-cursussen niet vervangt maar deze aanvult en vaak
ook begeleidt. Het neemt in het leerproces een soortgelijke
plaats in als de zelfstandige voorbereiding en verwerking thuis,
het leren met kranten, boeken, radio- en tv-uitzendingen of
videos in de vreemde taal, of het leren door communicatie
met native-speakers, bijvoorbeeld tijdens een verblijf in het
buitenland of in een briefwisseling.
Met de genoemde leervormen buiten het reguliere onderwijs om
heeft het leren in een tandem veel gemeen. Er is bijvoorbeeld
voornamelijk sprake van leren door middel van communicatie in de
vreemde taal en de effectiviteit van het leren is afhankelijk van
de communicatieve strategieën en leertechnieken waarover de
leerder beschikt. Maar er bestaan ook belangrijke verschillen.
Leren in een tandem kan als een vorm van open leren
gedefinieerd worden waarbij personen met verschillende
moedertalen in tweetallen samenwerken,
· om meer over persoon en cultuur van de partner te weten te
komen,
· om elkaar te helpen bij het verbeteren van de talenkennis en
vaak ook,
· om daarnaast andere kennis b.v. op beroepsmatig vlak
uit te wisselen.
Talen leren in een tandem is leren door middel van authentieke
communicatie met een native-speaker die voor de partner als model
fungeert en de ander niet alleen kan corrigeren, maar ook bij
uitdrukkingen in de vreemde taal kan helpen. Aangezien beide
partners tenminste over basiskennis op het gebied van taal en
cultuur van de ander beschikken, kunnen zij deze kennis inzetten
om elkaar te helpen, bijvoorbeeld door uitleg in de vreemde taal
te geven of door te vergelijken.
Leren in een tandem is altijd communicatie tussen leden van
verschillende taalgemeenschappen en culturen en maakt zodoende
ook intercultureel leren mogelijk.
Een centraal begrip voor de taalverwerving in een tandem is
het principe van wederkerigheid dat als volgt kan worden
samengevat:
Succesvol leren in een tandem berust op de onderlinge
afhankelijkheid en wederzijdse ondersteuning van beide partners.
Zij moeten dus een zo gelijk mogelijke bijdrage aan het
gemeenschappelijke werk leveren en evenveel van de samenwerking
profiteren.
Beide partners moeten de bereidheid tonen en ertoe in staat zijn
om net zo veel voor de ander te doen als zij zelf van hun partner
verwachten. Ze moeten niet alleen evenveel tijd aan beide talen
besteden maar ook evenveel investeren, of het daarbij nu gaat om
de omvang van de voorbereiding, de inzet voor het studie-succes
van de ander of de aandacht voor formulerings- of
begripsproblemen van de partner.
Dit principe benadrukt ook een van de grote voordelen van het
leren met tandempartners ten opzichte van normale communicatieve
situaties tussen leerders en native-speakers, waarvan meestal
alleen de leerder profiteert. Bij het leren in een tandem zien
beide partners in elkaar de leerder. Zij hebben daarom allebei
minder schroom bij het gebruiken van de vreemde taal dan in een
onderwijssituatie of in het bijzijn van native-speakers.
Aangezien beide ook voortdurend zelf ondervinden hoe het is om
een vreemde taal te leren, zijn zij eerder dan andere sprekers
van de doeltaal bereid om geduldig en subtiel op de
leerbehoeften, vragen en wensen van de partner in te gaan.
Het tweede belangrijke principe van het tandemleren is het
principe van autonomie van de leerders:
Beide tandempartners zijn zelf verantwoordelijk voor het eigen
leren. Zijzelf leggen vast wat ze hoe en wanneer willen leren.
Van de partner kan alleen die hulp verwacht worden waar door de
ander uitdrukkelijk om gevraagd is.
De tandempartner staat als expert voor zijn eigen taal en cultuur
ter beschikking. Hij kan naar wens voorlezen, over door de
partner gekozen themas spreken, fouten verbeteren,
verbeteringsvoorstellen doen enz. Maar aangezien hij doorgaans
niet als leraar is opgeleid, kan de selectie van leerdoelen en
-methoden, een professionele leerevaluatie niet van hem verwacht
worden.
De leerder moet er ook rekening mee houden dat de partner
subjectief gekleurde informatie over zijn cultuur geeft, die
gedeeltelijk ontoereikend of zelfs fout kan zijn.
Het benadrukken van de verantwoordelijkheid voor het eigen leren
is voorts van belang omdat doelen en methoden zelden voor beide
partners gelijk zijn, want meestal hebben zij verschillende
leerervaringen en -behoeften. Gemeen-schappelijke opdrachten voor
beide partners zijn alleen in enkele gevallen zinvol,
bijvoorbeeld tijdens intensieve tandemcursussen. Zelfs dan moet
rekening worden gehouden met de verschillende mogelijkheden en
interesses van de partners. Aangezien zij op het gebied van de
eigen taal en cultuur altijd beter op de hoogte zijn dan zelfs de
gevorderde leerder, kan ook bij grotere niveauverschillen tussen
de partners een vruchtbare samenwerking ontstaan.
De vaardigheden van autonoom leren moet de leerder eerst
ontwikkelen. Deze kunnen in de Tandem geoefend worden en later in
andere leersituaties, bijvoorbeeld tijdens een buitelandse stage,
weer toegepast worden.
Helaas zijn er ter plekke meestal niet voldoende
tandempartners beschikbaar. Ook reizen naar gemeenschappelijke
intensieve tandemcursussen zijn om organisatorische en
financiële redenen slechts sporadisch mogelijk. In een tijdperk
van groeiende mogelijkheden op het gebied van
communicatiemiddelen ligt het voor de hand om het leren van een
taal per tandem ook over grotere afstanden te proberen en wel met
tandempartners die zich in hun normale leefomgeving bevinden.
Binnen het internet zijn drie technische gebieden voor het
tandemleren bijzonder interessant: e-mail, mogelijkheden tot
schriftelijke dialogen via het Internet en het World Wide Web.
E-mail (electronische post) is snel en goedkoop, de
programmas voor het schrijven en bewerken van de berichten
worden steeds gebruikers-vriendelijker. De tandempartners kunnen
b.v. bij het schrijven van hun berichten hulpprogrammas als
woordenboeken of spellingcontroles gebruiken, ze kunnen ook de
ontvangen brieven geheel of gedeeltelijk in hun eigen berichten
overnemen en ze daar corrigeren of becommentariëren. Als bijlage
bij een e-mail bericht kan zonder problemen alles meegestuurd
worden wat in de computer kan worden opgeslagen, b.v.
geformatteerde teksten, calculatietabellen, beeldmateriaal of
geluidsopnamen.
E-mail hoeft zich niet tot de communicatie tussen twee individuen
te beperken. In alle computernetwerken kunnen zogenaamde e-mail
forums of e-mail conferenties opgezet worden die een eenvoudige
communicatie tussen veel deelnemers tegelijkertijd mogelijk
maken. Ieder e-mail bericht dat aan een dergelijk forum verstuurd
wordt, wordt automatisch aan alle ingeschreven deelnemers van het
forum verdeeld. Zulke forums maken interculturele discussies in
grotere kring mogelijk, evenals communicatie tussen docenten en
studenten, bovendien kunnen zij zoals nog nader besproken
zal worden belangrijke functies voor de ondersteuning van
tandemwerkzaamheden vervullen.
De communicatie via e-mail biedt de mogelijkheid om de meestal langere teksten van de communicatieve partner met gebruik van hulpmiddelen te lezen en de antwoorden talig en inhoudelijk goed voor te bereiden. Daarnaast is het ook mogelijk met een of meerdere partners op een bepaald tijdstip een (synchrone) computerconferentie te houden. Alles wat via het toetsenbord wordt ingetypt, verschijnt direct op het beeldscherm van alle partners. En iedere deelnemer kan op zijn computer alles voor latere verwerking laten opslaan.
In verband met de organisatie van het tandemleren biedt het World Wide Web de mogelijkheid om in het bijzonder lesmateriaal voor zowel studenten als docenten goedkoop aan te bieden en eenvoudig te actualiseren. Ook het publiceren van materiaal dat door de tandempartners samen is uitgewerkt, behoort tot de mogelijkheden.
Tandem via het internet is zowel voor studenten als voor docenten erg aantrekkelijk. Dit illustreren de volgende argumenten die elkaar gedeeltelijk overlappen, in het bijzonder omdat docenten vaak voordelen voor studenten ook zelf aantrekkelijk vinden.
"Tandemleren is geen gesimuleerde communicatie zoals
vaak in het VT-onderwijs het geval is, maar een uitwisseling met
een reële persoon uit het land van de doeltaal. Dat wil zeggen
dat mijn partner zich echt voor mij interesseert. Hij wil iets
over mij weten en ik over hem. Ik kan mijn partner vragen stellen
en ben nieuwsgierig naar zijn antwoorden."
"Ik heb het gevoel dat ik de vreemde taal gebruik omdat ik
iets te zeggen heb en niet omdat het een oefening is die ik moet
maken. Als tandempartner kan ik onafhankelijk van een docent
werken en toch vertrouwen op een expert in de vreemde taal. Ik
leer van zijn model (uit zijn teksten), door zijn
formuleringshulp en door zijn correcties."
"Mijn partner helpt mij daar waar ik hulp kan gebruiken,
bijvoorbeeld bij opgaven uit het VT-onderwijs, bij de
voorbereiding van examens en scripties of bij brieven die ik in
de vreemde taal moet schrijven."
"Omdat mijn partner ook mijn hulp nodig heeft, is het voor
mij eenvoudiger om hem om hulp te vragen."
"Communiceren met een echte partner is leuk."
"Mijn correctiewerk wordt eenvoudiger omdat de
tandempartner in zijn moedertaal eerste correcties of de gehele
correctie kan overnemen. Ik ben als docent niet meer alleen voor
de correctie van iedere fout verantwoordelijk."
"In een procesgeoriënteerd schrijfonderwijs kan het
tandemwerk in verschillende stadia zinvol geïntegreerd worden.
Zo kunnen bijvoorbeeld al de materiaalselectie en de opbouw met
de partner worden besproken. De partner helpt ook bij het
redigeren van de verschillende tekstontwerpen."
"De bespreking van culturele themas in de les kan door
het tandemwerk voorbereid en verder uitgewerkt worden. Studenten
kunnen bijvoorbeeld bij hun tandempartner informatie en meningen
over een grote verscheidenheid aan themas krijgen. Wat zij
van hun partner in taalkundig en cultureel opzicht hebben
geleerd, kunnen ze vervolgens toepassen en met de overige
studenten delen."
"Als het taalonderwijs zich ten doel stelt om het autonome
leren te bevorderen, biedt het tandemleren de mogelijkheid om de
benodigde strategieën aan te leren. Tegelijkertijd kan door het
toepassen in het tandemwerk de studenten duidelijk worden gemaakt
dat strategieën voor zelfstandig leren zinvol en effectief
zijn."
"De partners kunnen voor het verstrekken van informatie over
cultuur of instituties van hun land een zeer gedifferentieerd
taalgebruik inzetten, want zij communiceren gedeeltelijk in de
moedertaal (de doeltaal van de partner). Als zij gedwongen zouden
worden om alleen hun doeltaal te gebruiken dan zouden zij
vermijdingsstrategieën toepassen en belangrijke talige
uitdrukkingen en gedetailleerde informatie zouden de partner
ontgaan."
"Voor het oefenen van vertalen lijkt de leersituatie in de
e-mail tandems bijna ideaal. Beide partners beheersen een taal
perfect en de andere taal tenminste in aanzet en beide hebben zij
de beschikking over de gebruikelijke hulpmiddelen (lexica etc.)
en voldoende tijd voor het vertalen zelf en voor de bespreking
van de vertalingen van de partner."
Het doel van het International E-Mail Tandem Network (opgezet
met ondersteuning van de het LINGUA en ODL-programma van de
Europese Unie) is het scheppen van de technische,
organisatorische en didactische randvoorwaarden binnen het
internet zodat vreemde taalleerders over de grenzen heen in
tweetallen kunnen samenwerken.
Het kernelement in de structuur van het International E-Mail
Tandem Network vormt het bilinguale subnet waarin leerders in
talenparen samenwerken: DEU-NED (Deutsch-Nederlands) is b.v. het
subnet voor Duitsstalige studenten Nederlands en Nederlandstalige
studenten Duits, ENG-FRA (English français) het net voor
Franstalige leerders van het Engels en Engelstalige leerders van
het Frans.
Tot ieder subnet behoort:
· de toegang tot de centrale tandempartnerbemiddeling die voor
iedere deelnemer een tandempartner zoekt;
· tenminste één tweetalig forum waarin alle deelnemers met
elkaar in beide talen over verschillende themas kunnen
discussiëren en elkaar kunnen adviseren, evenals
· een informatieserver waarin de deelnemers onderwijsmateriaal
vinden, maar waarin zij zelf ook documenten kunnen opslaan, zoals
bijvoorbeeld achtergrondinformatie over hun land of tweetalige
teksten die zij samen met hun tandempartner uitgewerkt hebben.
Twee of meer coördinatoren idealiter tenminste één voor
iedere taal leiden gezamenlijk ieder deelnet. Zij
organiseren de centrale dienstverlening voor leerders en
docenten, zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de
informatieserver, leiden de discussie in de forums en nemen
beslissingen over overige diensten die in hun deelnet zullen
worden aangeboden (b.v. een deskundigenservice, speciale forums
voor gemeenschappelijke projecten tussen klassen of ontmoetingen
en spreekuren in MOOs).
De ervaring heeft geleerd dat de begeleiding van tandemparen
uitermate belangrijk is wanneer men wil bereiken dat de
tandemwerkzaamheden effectief zijn en de partners hun
vaardigheden voor het autonoom leren van een taal verbeteren. De
subnetcoördinatoren zullen hiertoe hun centrale
informatie-aanbod over het forum, over WWW en de
partnerbemiddeling of over andere diensten voortdurend
actualiseren en uitbreiden.
Een minstens net zo belangrijke functie heeft echter de
plaatselijke begeleiding van de tandempartners door individuele
besprekingen en door de integratie van het tandemwerk in de
plaatselijke curricula.
Meer informatie in talrijke talen kunt u vinden op de WWW-server
van het netwerk vinden: http:// www.slf.ruhr-uni-bochum.de. U
vindt er bovendien uitgebreide informatie over de
deelnamemogelijkheden voor leerders en docenten.