Cockx, P., Met Andere Woorden. Kapellen: Pelckmans, 1997, 8ste druk.
Jan Uyttendaele, Ringstraat 26, 9200 Dendermonde
Met andere woorden is bedoeld voor het vijfde en het zesde jaar ASO/TSO en voor het hoger onderwijs. Het bevat niet minder dan 156 taaloefeningen, lukraak achter elkaar geplaatst zonder enige thematische samenhang, in contextloze zinnetjes of als rijtjes losse woorden gepresenteerd: invuloefenigen (voorzetsels, synoniemen, het juiste woord kiezen uit een vooraf gegeven lijst enz.), verklaaroefeningen (spreekwoorden, afkortingen, gevleugelde woorden enz.) en verbeteroefeningen (dialectismen, barbarismen, malapropismen enz.). Met de laatste categorie worden allerlei lapsussen en gevallen van volksetymologie bedoeld in de aard van: Onze dominee gaat met emiraat en Hij zit in de gevangenis voor een zedendelicatesse.
U merkt het al: Met andere woorden is een goudmijn van quizvragen, Tien-voor-taal-spelletjes en andere puzzelopdrachten. (Sommige malapropismen kun je zelfs als een soort cryptogrammen beschouwen.) In welke contexten of taalregisters die taalelementen thuishoren, staat er niet bij. En evenmin wordt aangegeven, op welke manier de leerlingen zelf de juiste oplossing kunnen vinden. Het enige advies dat soms gegeven wordt, luidt: Gebruik eventueel je woordenboek, maar in het leren gebruiken van het woordenboek worden de leerlingen nergens getraind. En voor de correctie van al die foutieve woorden en zinnen wordt nergens verwezen naar de hulpmiddelen die daarvoor bestaan: ABN-gidsen, grammaticas, alfabetische of systematische naslagwerken voor correct taalgebruik enz. Het is nochtans heel belangrijk, dat leerlingen het gebruik van hulpmiddelen, bijvoorbeeld als strategie om bij het schrijven taalfouten te vermijden, aangeleerd krijgen. Als leerlingen die hulpmiddelen niet leren gebruiken tijdens hun schooltijd en niet leren het gebruik ervan als normaal te beschouwen, zullen zij er immers ook na hun schooltijd niet naar grijpen. Met andere woorden: de enige vaardigheid die hier constant en intensief getraind wordt, is de gokvaardigheid. Hebben onze leerlingen daaraan behoefte? (Dat ze daarbij ook voortdurend geconfronteerd worden met fouten die ze zelf niet maken, laat ik nog buiten beschouwing.)
Maar het ergste is toch wel dat dit boek lijnrecht ingaat tegen alles wat er in de leerplannen Nederlands van het VVKSO over woordenschatonderwijs te lezen staat. Dit soort taaloefeningen is puur tijdverlies, omdat ze met de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden niets te maken hebben. In de moedertaaldidactiek leeft al lang de overtuiging, dat uitbreiding van de woordenschat plaatsvindt door teksten te lezen en door technieken te leren om de betekenis van een woord uit de context af te leiden. Door middel van de contextloze oefeningen die hier aangeboden worden, kan men misschien wel controleren of de leerlingen die woordenschat al kennen, maar ze leren er niet mee, die nieuwe woorden te gebruiken in communicatieve situaties. Hetzelfde geldt voor taalzuivering die geen rekening houdt met het bestaan van taalvariatie. Maar van het feit dat traditionele taalzuiveringsoefeningen (los van enig taalregister) nauwelijks iets opleveren en in veel gevallen zelfs contraproductief werken, is Paul Cockx kennelijk niet op de hoogte. Er rest maar één conclusie: dit soort publicaties bewijzen geen enkele dienst aan het taalvaardigheidsonderwijs. Integendeel, ze vormen een rem op efficiënt moedertaalonderwijs.
De sleutel, die door de uitgever als een Handleiding voor de leerkracht wordt gepresenteerd, bevat geen enkele didactische suggestie of verantwoording, enkel een kort woord vooraf met enkele gemeenplaatsen in de trant van Niemand zal ontkennen dat er aan het taalgebruik van onze leerlingen en studenten nog heel wat te verbeteren is, plus de oplossingen natuurlijk, een overzicht van wat er bij dezelfde uitgever nog allemaal te koop is, onder de titel zinvol werken met onze satellietboekjes, onder meer nog twee publikaties van Paul Cockx: Met Zoveel Woorden (voor de eerste graad) en Werken met Woorden (voor de tweede graad). Ik neem aan dat deze uitgaven meer van hetzelfde bevatten.