Jan De Baere, A. Roelandtsstraat 24, 3010
Kessel-Lo
Yvan Rooseleer, Gravenbosstraat 134, 1770 Liedekerke
Zoals in een vorig nummer van W.v.T (Graham
Davies, Call in Europe. State-of-the-Art. In W.v.T. 76,
167-183) te lezen stond, is Eurocall een toonaangevende
vereniging voor computerondersteund taalonderwijs (COTO). Bij
Eurocall ligt de nadruk vooral op inhoud en didactische aspecten
en niet zozeer op een kritiekloos aanvaarden van recent
ontwikkelde informatietechnologie. Dit kwam heel duidelijk tot
uiting op de Eurocall 1995-conferentie die plaats vond van van 7
tot 9 september in Valencia. Voor een kleine 350 aanwezigen
werden in 78 parallelle lezingen de laatste ontwikkelingen op 6
deelgebieden van het computerondersteund taalonderwijs kritisch
doorgelicht:
(1) de integratie van COTO in het schoolcurriculum
(2) innovaties in computertoepassingen voor de taalklas
(3) software tools en hulpmiddelen
(4) nieuwe ontwikkelingen in multimedia
(5) telematica, self-access, afstandsleren en Internet
(6) COTO-toepassingen voor LSP (languages for specific purposes)
Wat de software betreft valt het op dat de nieuwe ontwikkelingen
gebeuren op het Windows-platform. DOS- en Apple-toepassingen
waren bijna onvindbaar. Alhoewel veel toepassingen nog gebruik
maken van auteurssystemen zoals Multimedia Toolbook, Wincalis
of Authorware, wordt er meer en meer gekozen voor
(visuele) programmeeromgevingen zoals Visual Basic en Delphi,
die flexibeler kunnen aangewend worden. Opvallend is dat de
nieuwe toepassingen, meestal ontworpen door multi-disciplinaire
teams naast tekst ook (bewegend) beeld en geluid aanbieden, in
één woord: multimedia. Dit leidt binnen de wereld van
self-access learning tot uitdagende, multi-mediale leeromgevingen
die autonoom door de leerder geëxploreerd worden. Ze bieden
naast grammatica en woordenschat ook culturele leerinhouden.
Kan de computer dan de leerkracht vervangen? Zeker niet, maar
volgens Dieter Wolf (Wuppertal), impliceert het gebruiken van
dergelijke multimediale hulpmiddelen in de COTO-klas wel een
andere houding bij de leerkracht:
"Effective learning is achieved by constructing or by restructuring acquired knowledge, not by instruction. The computer can simplify knowledge processing. It can make the complexity of the language to be learned more transparant and help learners to master more complex linguistic tasks. We need effective cognitive tools that help learners engage in cognitive processes (e.g. problem solving, hypothesis testing) and help them in developing strategies of learning. The teacher is a classroom manager and gives the student the opportunity to find his own way."
Tegenover deze nieuwe rol kunnen leerkrachten verschillende
standpunten innemen. Sommigen vrezen ten onrechte dat ze
overbodig zullen worden en maar moet inbinden. Anderen zijn
technofoob en beoordelen de impact van het medium verkeerd. Nog
anderen overschatten de meerwaarde. Belangrijk is dat men het
pedagogische en didactische rendement centraal stelt en de
computer op een zinvolle manier integreert in het lesgebeuren.
Omdat de computer zo'n verdomd handig hulpmiddel is dat alle
media in één toestel aanbiedt en de vier vaardigheden
integreert, is hij een ideale bondgenoot voor de leerkracht. Men
ziet leerkracht en computer dan ook het best als complementair.
Op dit moment worden de vernieuwende toepassingen vooral
ontworpen voor het hoger onderwijs en vaak in instellingen waarin
LSP (Languages for Specific Purposes) aan bod komt (industriële
hogescholen, handelsopleidingen). Computerondersteund
taalonderwijs is op dit moment in alle landen van Europa
duidelijk beter geïntegreerd in het hoger dan in het secundair
onderwijs. Te verwachten is dat, zoals in het verleden met de
MS-DOS auteurssystemen en gesloten pakketten, binnen 3 à 4 jaar
ook materiaal voor het secundair onderwijs op de markt zal zijn.
Dit zal in het begin vooral voor Engels zijn. De grote koploper
in de ontwikkeling van didactisch materiaal voor het
taalonderwijs is immers het Verenigd Koninkrijk. Bij bijna elk
recent project is wel een Brit betrokken en het vak Engels als
vreemde taal krijgt veel aandacht.
Als gegevensdrager wordt de CD-ROM steeds belangrijker. Enerzijds
omdat de multimediale pakketten met hun audio- en videofragmenten
heel wat bytes opslagcapaciteit vereisen en anderzijds omdat de
uitgevers het een zeer interessant medium vinden. Omdat CD-ROMS
in de praktijk nauwelijks te copiëren zijn, stellen zij zo hun
auteursrechten veilig. De volgende produkten trokken bijzonder
onze aandacht:
(1) Speelfilms op CD-ROM didactisch bewerkt
Een produkt van de Amerikaanse uitgeverij ESL 2000.
Geschikte langspeelfilms worden bewerkt tot lesmateriaal. Gebruik
makend van de software-shell van de US Airforce,
produceerde deze uitgeverij tot nu toe materiaal voor Engels,
Spaans en Duits. Zij gaat er prat op dat zij in ongeveer 400
manuren een langspeelfilm kan omvormen tot een didactisch project
voorzien van lexicale, grammaticale en culturele notities.
(2) Network English
Een interessante CD-ROM applicatie, waaraan een team van 10 à 15
personen van de British Council ongeveer een jaar
werkte. Deze meerdelige cursus Engels op CD-ROM bevat audio-,
video-, tekst- en beeldmateriaal. Elk deel heeft de volgende
structuur: eerst een inleiding en een presentatie, daarna
opdrachten toegespitst op elk van de vier vaardigheden en als
afsluiter een zelftest. Op elk moment is specifieke hulp mogelijk
of bijkomende hulp uit de grammaticale en lexicale hulpbronnen
bij het pakket. Jammer genoeg is dit produkt exclusief ontwikkeld
voor de centra van de British Council en wordt het niet
gecommercialiseerd.
(3) Longman Interactive English Dictionary
Een uitstekend multimediaal woordenboek op CD-ROM waarvan de
prijs ligt tussen de 7.000 en de 9.000 BEF.
(4) The Times and Sunday Times on CD-ROM:
Een immense tekstdatabank waarvan één jaargang voor minder dan
5.000 BEF aangeboden wordt.
(5) Le Soir op CD-ROM
Een volledige jaargang van deze Brusselse krant aangevuld met
audio- en videofragmenten en uiterst snelle zoekinstrumenten.
Zeer betaalbaar.
Naast deze course-ware om binnen de muren van de klas te
gebruiken, zijn er ook toepassingen die de muren van de klas
slopen. Op steeds meer plaatsen worden de didactische
mogelijkheden van Internet geëxploiteerd. Zo wordt via e-mail in
een reeks pilootprojecten, vaak met steun van LINGUA, on-line
gecommuniceerd tussen klassen uit verschillende landen van de
E.U. Dit laat toe op een levende manier een vreemde taal en
cultuur in de klas binnen te brengen. Dit bevordert niet alleen
de motivatie om talen te leren, maar geeft het onderwijs ook een
multiculturele dimensie. Belangrijk is dat deze projecten met
welomlijnde thema's werken en op school de nodige technische
expertise of ondersteuning aanwezig is.
Daarnaast is Internet ook een immense bron van didactisch
materiaal. De vele sites die toelaten recent authentiek
tekstmateriaal te downloaden, openen heel wat mogelijkheden voor
het taalonderwijs: duizenden kranten en tijdschriften zijn er op
dit ogenblik gratis beschikbaar. Momenteel wordt dit aanbod
vooral benut in de U.S.A., Groot-Britannië en Japan. Een
interessante homepage met veel doorverwijzingen naar bronnen met
lesmateriaal vreemde talen vind je aan de Universiteit van
Liverpool: http:///www.livjm.ac.uk/language. Deze site is via
Netscape te bereiken. Je kan er eveneens terecht voor een
HTML-script (HTML is de taal waarin documenten op het Internet
gecodeerd staan) met sjablonen voor de meeste vraagvormen:
multiple-choice, matching, cloze.
Op Eurocall 95 was duidelijk voelbaar dat er heel wat beweegt op
het vlak van het computerondersteund taalonderwijs. Sceptici die
enkele jaren geleden beweerden dat de computer weining toekomst
had in de taalklas, moeten hun mening herzien. Van een
rekenmachine of tekstverwerker evolueerde het medium immers naar
een globale informatieverwerker die toelaat zowel tekst, geluid
als (bewegend) beeld te integreren en op één en dezelfde
gegevensdrager aan te bieden. Uitdagende, multimediale
leersituaties kunnen zo op een handige en goedkope manier
aangeboden worden en (taal)leren met de computer evolueert van
drill- en cloze-oefeningen naar leren door exploreren en
construeren. Daarbij komt nog dat communicatienetwerken zoals
Internet toegang geven tot een immense schat aan gratis
taal(leer)materiaal en dat het via e-mail mogelijk is contacten
te leggen met klassen van over de hele wereld. Het scherm van de
computer wordt een venster op de wereld.