Jan De Corte, Maasstraat 13, 8820 Torhout
Uitgeprobeerd in 5 Moderne Talen en 6 Onthaal en Public Relations
Leerlingen bij de aanvang van hun tweede jaar Duits een opstelletje laten schrijven aan de hand van authentiek tekstmateriaal. Aanleiding was het hoofdstuk 1 Der Einkaufszettel, p. 9 uit het Tekstboek van Machs Gut 2, Antwerpen: Den Gulden Engel, en de oefening 3, p. 4 in het Werkboek.
1 lesuur
Een aantal authentieke kasticketten, bij voorkeur zoveel verschillende als er leerlingen in de klas zijn. Enkele van de kasticketten werden mij door collegas in Duitsland bezorgd.
1 Op overhead krijgen de leerlingen een vergroot kasticket te
zien (zie bijlage 1). In een klassegesprek worden daarover zoveel
mogelijk vragen beantwoord: Over wie gaat het? Wat heeft die
persoon gekocht? Wanneer heeft hij/zij dat gekocht? Waarom heeft
hij/zij dat gekocht? Etc.
2 Een voorbeeldopstelletje wordt met de klas gelezen. Op het
overheadscherm lezen de leerlingen wat in
werkelijkheid gebeurd is. (Zie bijlage 2)
3 De leerlingen krijgen nu een blad met vragen, die hun
schrijfactiviteit zullen sturen. (bijlage 3) Men kan als leraar
op de vele schrijfmogelijkheden wijzen en meteen ook leerlingen
aanzetten tot creativiteit door te benadrukken dat ze zich niet
letterlijk aan de vraagjes moeten houden.
4 Elke leerling krijgt nu individueel een kasticket. In
TSO-klassen resten er meestal nog een 10-tal minuutjes om
eventuele onduidelijkheden op het kasticket te verhelderen en met
een kladversie te beginnen. In bijlage 4 vindt u een voorbeeld
van een afgegeven werkje.
5 Enkele opstelletjes werden opgestuurd naar collegas
leerkrachten in Duitsland. Enkele leerlingen kregen een antwoord
waarin te lezen stond hoe het allemaal in realiteit verlopen was.
(Zie bijlage 5) De betreffende leerlingen waren met dit antwoord
heel opgetogen.
(illustratie)
"Herr Reisender war auf der Durchreise von Aachen nach
Kassel. An der Raststätte Am Biggendorf Süd hat er angehalten.
Dort hat er einen Pott Kaffee bestellt. Der Inhaber heißt Rolf
Ziemdorf.
Unser Herr Reisender hat mit einem Fünfmarkschein bezahlt. Der
Pott Kaffee kostete nur 3.60 Mark. Netto kostet einen Kaffee 3.36
Mark. Dazu kommt noch 7% Mehrwertsteuer, hier 0.24 DM. Der
Kellner hat dann also noch 1.40 zurückgegeben.
Das alles geschah am 5. November 1995. Es war genau 13.20 Uhr.
Schon 267 Kunden waren in der Raststätte gewesen. Auf dem
Kassenzettel liest man nicht, ob die Sonne damals schien."
1 Was hast du gekauft? (Wenn viel: 1 Produkt erwähnen und das
Ganze: z.B. Bücher, darunter Goethes Liebesgedichte;
Nahrungsmittel, darunter Bitterschokolade)
2 Bei wem hast du es gekauft? In welchem Laden/Geschäft?
3 Wieviel kosteten deine Einkäufe/kostete dein Einkauf?
4 Wieviel Geld hast du gegeben?
5 Wieviel hast du zurückbekommen?
6 Gibts da auch noch irgendwelche Bedankungsformel?
7 Wieviel betrug die Mehrwertsteuer (MwS)?
8 An welchem Tag und um wieviel Uhr war das alles?
Kassenzettel
(illustratie)
Het opstel
(illustratie)
(illustratie)