Rita Fenendael, 39, rue de Blanmont, 1435 Hevillers
Deze les werd gemaakt voor gevorderde, Franstalige studenten Nederlands (universitaire studenten of volwassenen in de sociale promotie).
Daens biedt een unieke gelegenheid om enkele delicate onderwerpen uit ons sociaal en cultureel verleden aan te snijden. Daens is geen zuiver geschiedkundig relaas maar historische fictie. Het filmmedium maakt het mogelijk het publiek meer dan alleen intellectueel te raken: er worden ook emoties opgeroepen die vervolgens in een gesprek besproken kunnen worden.
De gekozen scène is het bezoek van de Inspectiecommissie aan een atelier van de textielfabriek in Aalst. Ze duurt ongeveer 12 minuten (vanaf het opsluiten van de kinderen - Ik wil geen woord meer horen - tot de ontmoeting met de gendarmes - Gendarmes) Dit fragment illustreert beter dan welke andere scene in de film de zogenaamde dubbele discriminatie van de Vlaamse arbeiders. Het is mijns inziens ook één van de emotioneel meest intense scènes uit de film. Het gaat erom deze emoties niet te ontvluchten of te onderdrukken, maar ze de ruimte te geven, bijvoorbeeld door het publiek een moment van stilte te gunnen na het (eventueel opnieuw) bekijken van het filmfragment. Uit ervaring weet ik dat de reacties van de kijkers soms verrassend zijn : meer dan eens deelden ze me mee dat ze zich beschaamd voelden, of er werd wat gesnotterd en gesnikt.
Het fragment werd dus gekozen om zijn culturele en affectieve rijkdom. Linguïstisch gezien is de scène eerder oninteressant. Studenten krijgen daarom geen kopie van het script. De talige uitdaging ligt niet in het kijkend begrijpen van de video maar in het verwerken van de vragen en opdrachten.
1 Inleiding : de historische context
2 Scène uit de film bekijken: Het bezoek van de Commissie
3 Daens in de Nederlandstalige kranten
4 Bijlagen
De inleidende tekst over De historische context (1.1) en de tekst over Daens in de Nederlandstalige kranten (3.1) werden samengesteld op basis van een bondig persdossier dat bij de redactie opvraagbaar is.
De eerste tekst (1.1) licht de historische context toe en geeft een soort persoonlijke samenvatting. De tweede tekst (3.1) bevat enkele letterlijke citaten uit het persdossier en laat de studenten met authentiek krantenmateriaal werken.
De meerkeuzevragen in (2.2) werden met behulp van het Basiswoordenboek Nederlands opgesteld. Onze studenten worden verondersteld deze woordenschat te beheersen. Ze moeten de multiple-choice vragen vlot en zonder hulp van een vertaalwoordenboek kunnen begrijpen (quick reading).
In 1.1 en 3.2 wordt de studenten gevraagd te raden: er zijn woorden weggelaten en er moeten betekenissen worden aangevuld, een in vakliteratuur veel besproken leesstrategie. Bij het raden van woorden wordt eventueel een woordenlijstje als hulp aangeboden.
Ook bij gevorderde studenten is het belangrijk om het gebruik van een woordenboek te blijven oefenen. Oefening 1.3 oefent de Nederlandse woordvorming nog eens in. In paren krijgen de studenten de gelegenheid hun gedachten hardop uit te spreken.
Een opdracht van het type 3.1 is globaal van aard en vinden de studenten in het algemeen vrij moeilijk. De oefening toetst woordenschatkennis, tekstbegrip en beheersing van bepaalde grammaticale structuren waartegen Franstaligen vaak fouten maken (passief hulpwerkwoord, pronominaal adverbium, nevenschikkend en onderschikkend voegwoord). Zon gatentekst kan fungeren als algemene taalvaardigheidstoets.
Spreek- (en lees)oefeningen expliciteren ofwel wat studenten onmiddellijk voorafgaand hebben gezien of zijn juist gericht op het in een breder kader plaatsen van de thematiek van de film.
Het verhaal (1) ..................... in de Vlaamse stad
Aalst, op het einde van de negentiende eeuw. Ook in België
heerste toen de zgn. industriële revolutie - België was
trouwens één van de meest geïndustrialiseerde (2)
...................... van Europa -, die veel sociale (3)
.................... veroorzaakte: kinderarbeid, (4)
..................... lonen, willekeurige ontslagen, vernedering,
misbruik en uitbuiting.
In Aalst bijv. (5) ..................... de textielbaronnen hun
arbeiders bijzonder slecht. Op deze (6) .....................
kwam stilaan reactie: vanuit het socialisme - in 1885 werd de
Belgische Werklieden partij (7) .................... - maar ook
vanuit katholieke kringen en zelfs de liberale richting. Het is
eigenlijk de progressieve stroming binnen de (8)
..................... laatstgenoemde partijen - de katholieke en
de liberale - die zal strijden voor meer (9)
..................... .
Op katholiek vlak was juist de encycliek Rerum Novarum (10)
...................., die duidelijk koos voor de
klassenverzoening, die dus (11) ..................... tegen het
socialisme maar ook tegen het liberalisme: de individualistische,
gelaïciseerde maatschappij moest (12) ....................worden
door een christelijke, (13) ..................... gemeenschap.
Ook was de encycliek (14) .......................... van de
rechtvaardigheid in plaats van liefdadigheid alleen, wat dus een
afstand betekende t.o.v. de zuiver liefdadige paternalistische
organisaties.
Op politiek vlak waren er in de katholieke partij soms hevige
(15) ..................... tussen conservatieven en democratische
kandidaten. In Aalst toonde partijvoorzitter Charles Woeste zo
weinig (16) .................... dat bepaalde katholieke politici
een eigen partij gingen oprichten, mede onder leiding van
priester Adolf Daens die het ook moeilijk zal hebben met de Kerk
en uiteindelijk door het Vaticaan ontslagen zal worden uit zijn
priesterambt.
Er moet nog op gewezen worden dat in Vlaanderen deze
socio-politieke stroming samenging met een groeiende Vlaamse
Beweging, een beweging van (17) .................... tegen de
hogere franskiljonse burgerij. Voor de Vlaamse Beweging gold
inderdaad een dubbele discriminatie: op het sociale maar ook op
het linguïstisch-culturele (19) ..................... De nu
volgende scène uit de (20) ...................... is daar een
schrijnende uitdrukking van.
Voor de weggelaten woorden kan je eventueel kiezen uit het
volgende lijstje. Pas de vorm aan waar nodig:
arbeiders, armoede (ellende), behandelen, film, gekant, laag,
landen, rechtvaardigheid, soepelheid, solidair, spanningen,
stichten (oprichten), twee, verschijnen, vervangen, verzet, vlak,
voorstander, wantoestanden, zich afspelen.
bijv. =
t.o.v. =
zgn. =
Werk per twee. Zoek de onderstreepte woorden in de inleidende
tekst op in een verklarend woordenboek. Noteer het woord en de
betekenis, maar ook andere vormen zoals bijvoorbeeld werkwoorden,
adjectieven of substantieven (bijvoorbeeld leiding:
ook leiden, leider). Gebruik het woord
tenslotte in een nieuwe zin.
Wissel de informatie uit met je partner.
woord |
betekenis/andere vorm |
zin |
|
Door tussenkomst van priester Daens komt een Commissie een textielfabriek in Aalst inspecteren.
Lees eerst de vragen. Kijk nu naar het fragment. Slechts één antwoord is correct.
1 De atelierchef stuurt een vrouw weg
a. omdat ze te veel spreekt.
b. omdat ze vuile kleren draagt.
c. omdat er te veel arbeidsters aanwezig zijn.2 Met "Geen stommiteiten!" bedoelt de atelierchef
a. dat de arbeidsters voorzichtig moeten zijn met de machines.
b. dat de arbeidsters niet allen tegelijk mogen spreken.
c. dat de arbeidsters moeten oppassen voor wat ze zeggen.3 Wie komt het atelier bezoeken?
a. Onderzoekers
b. Politici
c. Bazen4 Nette doet een poging om contact te leggen
a. Ze is erin geslaagd de plaats van een andere arbeidster in te nemen.
b. Ze wil één van de inspecteurs naar de opgesloten kinderen brengen.
c. Ze toont de weg naar de toiletten voor vrouwen.5 Nette legt de toestand in het atelier uit:
a. vrouwen worden slecht behandeld als de atelierchef afwezig is.
b. door gebrek aan slaap gaat het werk langzaam vooruit.
c. er bestaat kinderarbeid.6 Na het bezoek is Nette boos
a. omdat ze vijf frank boete krijgt.
b. omdat de andere arbeidsters ook niet hun mond hebben gehouden.
c. omdat er geen gebruik werd gemaakt van deze unieke kans.7 Nette neemt Mieleke in haar armen
a. omdat ze hem zelf wil gaan wassen.
b. omdat ze hem wil tonen aan de Commissie.
c. omdat ze aan priester Daens wil bewijzen dat er ongevallen gebeuren op het atelier.
1 Vertel kort wat er gebeurt in het fragment.
2 Wat heeft je bijzonder getroffen (details, emoties...)?
3 Kun je aan de hand van deze scène de zgn. dubbele discriminatie uitleggen?
4 Wat vind je van de figuren Nette en Daens?
Lees de tekst Kinderarbeid, slavenarbeid (Zie bijlage 1).
Wat kun je zeggen over sociaal onrecht, zoals onderbetaling en kinderarbeid, in onze tijd?
Wat zijn volgens jou mogelijke oorzaken van armoede? Welke gevolgen zie je? Welke oplossingen stel je voor?
De in te vullen woorden zijn:
- een passieve vorm: worden/zijn correct vervoegd, waar (P) staat
- pronominale adverbia: er, hier, daar
- conjuncties: dat (x 2), en, hoewel, maar (x2), mits, omdat, terwijl, nu, want
"Dank zij Daens (1-P) ..................... de Vlaamse filmproduktie buiten onze grenzen gewaardeerd, (2) ..................... de prent was een veel gevraagde gast op allerlei filmfestivals. (3) ..................... hij er een graag geziene gast was, bewijzen de vele publieksprijzen. In ons land hebben reeds meer dan achthonderduizend toeschouwers de film gezien (4) ..................... ook overal waar hij vertoond wordt, oogst hij lof en bewondering.
Het is Stijn Coninx' verdienste (5) ..................... hij Daens tot een universeel, aangrijpend en schitterend drama verwerkte. Als getuigenis (6) .....................van, de volgende reactie uit Amerika waar de prent genomineerd (7-P) .....................:"Mensen die de film in Amerika hebben gezien, zijn zeer aangeslagen. Eerst dacht ik dat het Amerikaanse vriendelijkheid was (8) ..................... nadien merkte ik dat ze het meenden. Een Chinese vrouw in Los Angeles legde (9) ..................... de nadruk op dat de film absoluut naar China moet; Slovenen vonden het fantastisch (10) ..................... het over hun oorlogssituatie en religieuze conflicten gaat. (11) ..................... het verhaal over een Aalsterse pastoor handelt, slaagt de film (12) ..................... toch in om het zo voor te stellen dat het blijkbaar voor iedereen herkenbaar wordt (13) ..................... de toeschouwer een minimum blijk geeft van openheid".
(14) ..................... moet aan toegevoegd worden dat Daens niet de eerste Belgische film is die in Hollywood genomineerd werd: eerder (15-P) ..................... al twee Belgische films voorgedragen in de categorie die vaak verkeerdelijk "buitenlandse films" wordt genoemd, (16) ..................... het om de niet-Engelstalige film gaat: in 1970 Paix sur les champs en in 1989 Le Maître de Musique.
De film over Daens komt mooi op tijd, (17) ..................... de discussie over rechtvaardigheid in de Derde en Vierde Wereld doorbrandt, (18) ..................... de redetwist over uitbuiting en vernedering van internationale zwervers hoog oplaait.
Niet te missen dus!"
Raad de betekenis op basis van woordvorming en context.
Kijk naar de vorm van elk woord: kun je er een ander woord in
ontdekken dat je al kent?
Kijk ook naar de context waar het woord in staat om de betekenis
ervan te kunnen vinden.
de prent:
oogsten:
de bewondering:
de verdienste:
aangrijpend:
aangeslagen:
herkenbaar
blijk geven van:
voordragen:
verkeerdelijk:
doorbranden:
de redetwist:
de zwerver
oplaaien
missen
1.1
1. speelt zich af | 11. gekant |
2. landen | 12. vervangen |
3. armoede (ellende) | 13. solidaire |
4. lage | 14. voorstander |
5. behandelden | 15. spanningen |
6. wantoestanden | 16. soepelheid |
7. gesticht (opgericht) | 17. verzet |
8. twee | 18. arbeiders |
9. rechtvaardigheid | 19. vlak |
10. verschenen | 20. film |
1.2
Bijvoorbeeld
ten opzichte van
zogenaamd(e)
2.2
1.b | 5.c |
2.c | 6.c |
3.b | 7.b |
4.b |
3.1
1. werd | 10. omdat |
2. want | 11. hoewel |
3. dat | 12. er |
4. maar | 13.mits |
5. dat | 14. hier/daar |
6. hier/daar | 15. werden |
7. werd | 16. terwijl |
8. maar | 17. nu |
9. er | 18. en |
Er worden gevallen beschreven van slavernij in Afrika (Mauretanië en Soedan), van lijfeigenschap in Azië (vooral in Pakistan en India) en moderne vormen van dwangarbeid in Latijns Amerika (Brazilië en de Dominikaanse Republiek). "Of het nu gaat om prostitutie, pornografie, fabrieksarbeid, bordelen of huishoudelijke arbeid, dwangarbeid door kinderen moet energiek worden bestreden en zwaar worden gestraft". aldus ILO-direkteur generaal, de Belg Michel Hansenne..
Enkele voorbeelden.
In het door een burgeroorlog verscheurde Soedan roven plunderende soldaten mensen om ze voor zich te laten werken of te verhandelen op de markten. Arme families verkopen hun kinderen voor 2.200 F. Bijzonder geliefde handelswaar zijn jongens tussen zeven en twaalf jaar.
Het merendeel van de slaven is door lijfeigenschap een leven lang aan hun werkgevers verbonden De meeste arbeiders zijn met voorschotten ertoe gebracht om op het aanbod van een werkgever in te gaan. Zij kunnen dit voorschot door hun lage lonen veelal niet, of nauwelijks terugbetalen. Er zijn gevallen bekend van families die al acht generaties lang bezig zijn met de afbetaling van hun schulden!
In Pakistan is lijfeigenschap het meest verbreid: naar schatting 20 miljoen mensen, onder wie 7 5 miljoen kinderen, leveren dwangarbeid, bv. om schulden van ouders of voorouders af te lossen. De kinderen worden tot zware arbeid gedwongen in de visverwerkingsindustrie, in de landbouw en in steengroeven. Naar schatting zijn in India vijf miljoen vol wassenen en tien miljoen kinderen lijfeigenen.
In Haïti zijn circa 100.000 plattelandskinderen aan rijke stedelingen verkocht. Zij moeten tegen uiterst lage lonen zware arbeid verrichten. In Thailand zijn zgn. "kindervangers" in de weer die op systematische wijze kinderen ontvreemden aan plattelandsfamilies. De voorbeelden van mensonterende wijdverbreide uitbuiting van kinderen zijn helaas legio. Het is een struktureel verschijnsel.
Het probleem van de kinderarbeid is dat hij moeilijk wettelijk af te schaffen is omdat de oorzaken schuilen in de armoede en de mizerie. In landen met een betere sociale en ekonomische toestand gaan de kinderen naar school en is kinderarbeid vrijwel verdwenen. Een samenleving die haar kinderen een degelijke toekomst wil geven moet eerst haar mensen bevrijden uit de armoede; m a w. de basisbehoeften van eenieder moeten worden bevredigd.
Tot schande van de mensheid zijn de David
Copperfields geen verhaal uit de vorige eeuw maar de alledaagse
brutale werkelijkheid voor circa 200 miljoen kinderen. In
afwachting dat het lnternationaal Jaar van het Gezin er iets
probeert aan te doen heeft de negentigjarige Nederlandse ekonoom
en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen met meer dan tachtig andere
Nobelprijswinnaars onder wie Michail Gortbatsjov, Lech Walesa,
Nelson Mandela e.a. alvast de strijd aangebonden met de
kinderarbeid. Zij sturen aan op de oprichting van een
interkontinentale organisatie tegen kinderexploitatie, te
vergelijken met Amnesty lnternational. Tinbergen pleit al jaren
voor een forse verhoging van de ontwikkelingshulp die
bijvoorbeeld gebruikt zou moeten worden om een goede
pensioenvoorziening te kreëren zodat gezinnen in de arme landen
ekonomisch minder afhankelijk worden van kinderen en klnderarbeid
Myriam De Winter