Een expressieve kop, hier met dromerige
blik op oneindig, daar turend in de verte of met pijnlijke grimas gebogen over zijn
instrument, zo prijkt Francis Baumans al een paar weken op posters in de uitstalramen van
de platenwinkels. De foto's ogen artistiek en vestigen de aandacht op "Made in
Dreams", de nieuwe CD van Bunsbeeks knapste componist-solist met allemaal eigen
nummers waar de kwaliteit zo van afdruipt. "Francis Baumans verdient internationale
doorbraak" blokletterde Het Nieuwsblad op 13 januari 1998.
Francis Baumans is nog steeds Bunsbekenaar in hart en nieren. Hij is wel net over de
grens in Tienen gaan wonen maar aan "de goeie kant", vlak tegen Bunsbeek. De
familie woont er mooi hoor, in een modern huis gebouwd naar eigen inzichten. Muziek en
instrumenten zijn overal aanwezig. Bok mocht ook het "heilige der heilige"
betreden, de muziekstudio F.B.Music. Daar treft men de Francis Baumans aan van op de
foto's: dromerig, gevoelig, scheppend, componerend,
de meester-tovenaar alleen met
zijn instrumenten, boeiend en indrukwekkend! Francis is niet alleen een virtuoos die ons
een avond lang bedwelmde met zijn improvisaties. Want dat deed hij dus: ons hypnotiseren
met zijn kunstenaarschap, met zijn gevoelige muzikale taal, en wel zo straf dat de uren
ongemerkt verstreken en wij, ontwakend uit extase, beseften dat het midden in de nacht was
en we nog geen woord voor dit interview hadden genoteerd! Maar het was prettig te mogen
terugkomen in huize Francis Baumans en verwend te worden door Ingrid, zijn vrouw. Ingrid
is ook van Bunsbeek, van het vroegere café "Klein Zwitserland" (Bruyninckx),
door oudere dorpsgenoten nog gekend als "de statie". Wat is zij een lieve
moeder! Steven (11/7/1988) en Lene (7/11/1989) waren ziek, getroffen door griep met koorts
en een pijnlijke hoest tot gevolg. Maar omgeven met moederlijke zorgen hielden zij zich
kranig. Lene kwam zelfs met haar "kakelende kippen" paraderen, pantoffels als
knuffeldieren die nog echt geluid maken ook.
De jongste van zes zonen
BOK:
Ons interview begint gewoonlijk met de jeugdige jaren, Francis
Francis:
Daar weet ik nog veel over. Ik werd geboren op 31 mei 1961. Dat herinner ik mij wel niet
meer: dat hebben ze me zo verteld. Ik was de jongste van zes zonen: Daniël, Jozef, Guido,
Paul, Patrick en dan ik. De familie woonde eerst in het ouderlijk huis van mijn moeder, de
boerderij aan de steenweg, die zo oud was als de pastorij (1735 nvdr.) en die vorig jaar
afgebroken is. In 1956, bij de geboorte van Paul, bouwde mijn vader een nieuw huis in de
tuin. De boerderij werd verhuurd en mijn grootmoeder (Melanie Laermans) kwam bij ons
inwonen. Zij heeft ons allemaal grootgebracht, heel christelijk, want zij was een vrome
vrouw. Zij vertelde ook over de familiegeschiedenis, hoe grootvader (Constant Rega,
1889-1950) tijdens de Eerste Wereldoorlog soldaat-te-paard was en door mosterdgas werd
bevangen, hoe hij zes maand in een kliniek in Engeland verbleef en er verscheidene
operaties moest ondergaan.
Als jongste zoontje werd ik waarschijnlijk verwend. Ik kan me niet herinneren dat ik
ooit iets heb kunnen misdoen, terwijl mijn broers al eens een pandoering kregen. Er was
thuis niets tekort ondanks het feit dat alleen vader ging werken. Hij was bediende aan de
K.U.Leuven. Tot de geboorte van het tweede kind werkte moeder ook, voor een ministerie in
Brussel, want zij is perfect tweetalig. Zij is op pensionaat geweest in een Franstalige
school in Moeskroen. Een eigen kamer heb ik nooit gehad en kleren gingen van broer over op
broer. Ik droeg soms "derdehandse" dingen, maar ik heb dat nooit als negatief
ervaren.
BOK:
Was jij een deugniet?
Francis:
Neen, dat geloof ik niet. Ik denk echt dat ik een "brave jongen" was. Samen met
mijn broer Patrick kon ik mij goed amuseren. Wij waren wel zelden thuis. Bunsbeek was toen
nog heel landelijk. Dagelijks trokken we "naar de bergen", want zo heette de
Berkendreef in de volksmond. Die straat was toen nog echt wild terrein met bossen en
steile kanten en zonder huizen. Met Walter Vandermeulen, Erwin Donvil, Marc Bruyninckx en
Bruno Raymaekers - vrienden al van in de kleuterklas bij zuster Lucia (zie BOK I.2,
dec.'86) - bouwden wij er kampen en speelden "Winnetou"... Wij gingen ook te
voet naar "de voddenman" in Tienen en mochten er gratis wielen en een stuurwiel
en ander gerief uitkiezen om go-carts mee te maken.
Jarenlang was ik een trouwe misdienaar van pastoor Hoyberghs. Elke dag diende ik twee
missen: de "zevenurenmis" 's morgens en de avondmis. Ik ben ook veel zieken mee
gaan bedienen. Dan liep ik met een kaarslantaarn voorop. Buiten was het dan meestal nog
donker en wij kwamen in oude huizen, met de gordijnen dicht en alleen een kaarske op de
trap, waar boven in een duistere kamer een oud menske lag te sterven. Dat was echt akelig.
Van straat geplukt...
BOK:
Ben jij tot het zesde leerjaar in Bunsbeek naar school blijven gaan?
Francis:
Neen
Op een dag, bij het begin van het derde leerjaar, werden we van straat
"geplukt". Ik weet nog dat ik klaar stond om met de fiets naar school te gaan
samen met broer Patrick toen collegedirecteur Peeters bij ons stopte en Patrick met de
auto naar Tienen bracht. Ik volgde later. Mijnheer Peeters was familie langs moeders kant
en gebruikte zijn invloed om het college te "bevolken". Zo kwam ik terecht bij
meester Vaes, vervolgens bij meester Tweepenninckx, meester Dickmans en meester
Swartebroeckx. Winter en zomer reed ik per fiets in korte broek naar Tienen, door regen en
sneeuw en in alle weer
Soms zagen mijn benen wit van de kou en van de ijzige
wind
Maar ik ben altijd graag in het college geweest. Ook in het middelbaar. Ik zat
altijd in goede klassen en heb altijd goede leraars gehad. Ik had ook nooit problemen
(Francis had steeds meer dan 90%, nvdr.) en ik was echt fier op mijn school. Ik herinner
mij nog een anekdote van de Londenreis. Alles was heel goed meegevallen maar de terugreis
per boot heb ik "verdoken" moeten meemaken. Ik was op iemands valies gaan zitten
en had die per ongeluk "doorgezeten". Er was een deuk in. De eigenaar merkte het
en werd agressief. Ik vluchtte weg en verstopte mij op een benedendek, maar de kapitein
werd erbij gehaald en op den duur was de halve boot mij aan 't zoeken! Ik heb toen de
kleren van een kameraad aangedaan, een donkere bril opgezet en tijdens het ontschepen de
schrik van mijn leven uitgestaan. Maar ik ben toch ongemerkt aan wal geraakt.
Muziek
BOK:
Hoe ben jij in de muziekwereld terechtgekomen?
Francis:
Ik kom uit een muzikale familie. Moeder had indertijd een Eerste Prijs piano behaald. In
ons huis stond een buffetpiano en een orgeltje, later zelfs een echt kamerorgel. Vader was
ook muzikaal aangelegd en al mijn broers werden muzikanten. Guido, hoewel het minst
muzikaal, speelde gitaar, melodica en blokfluit. Paul speelde gitaar en componeerde.
Patrick was drummer en gitarist. Daniël werd kerkorganist, eerst in Bunsbeek en nu in
Nieuwerkerken. Jozef is een klassiek geschoolde gitarist. Hij leerde mij de eerste
gitaarakkoorden. Ik schreef die op en imiteerde vingerzettingen van gitaristen die
afgebeeld stonden in een muziek-weekblaadje. Ik was gedreven en speelde elke dag, van in
het derde leerjaar al. Onze ouders moedigden dat allemaal niet aan maar ze remden ons ook
niet af; zij gaven ons kansen. Als we maar "braaf en beleefd" waren en goed op
school presteerden mochten we veel. Voor mijn verjaardag had ik een pick-up gekregen en ik
werd een echte collectioneur van platen. Ik had 2000 LP's en heel veel singles. Toen ik in
het zesde leerjaar zat gaf ik een eerste solo-optreden in de turnzaal van het college. Dat
was voor een ouderavond. Meester Swartebroeckx ondersteunde mij. Hij was zichtbaar
content, want een elfjarige die zo goed gitaar speelde was toch wel uitzonderlijk.
Toen ik 14 jaar werd kreeg ik mijn eerste elektrische gitaar en Patrick een drumstel. We
repeteerden thuis in de kelder, samen met Marc Bruyninckx, nu een professioneel drummer.
We gaven ons eerste groepsoptreden op het Chrysostomosfeest van het college in 1979 met
twee eigen nummers en een cover van de Beatles: "Picasso's Last Words, Drink to
Me". Dat was spannend. Niemand had dat verwacht, want in het college was ik een
bescheiden, stille student en ineens stond ik daar op het podium met rockmuziek!
Droom
BOK:
Droomde jij toen al van een muziekcarrière?
Francis:
Ja. Ik stuurde een demo op naar uitgeverijen, maar er kwam geen reactie. Na de humaniora
ging ik naar de Sociale Hogeschool in Heverlee en werd sociaal assistent (A1). Ingrid zat
ook in mijn jaar: ik leerde haar beter kennen en in 1984 trouwden we. Ik had ondertussen
werk gevonden in Antwerpen bij het Katholiek Centrum voor Lectuurbegeleiding. Daar ging
een nieuwe wereld open voor de "boerenjongen" die ik was. Het waren wel zware
tijden: ik moest opstaan om 5:15 en was pas om 19:30 thuis. Toch liet de muziek mij niet
los. De zolder in ons huis in de Academiestraat in Tienen richtte ik helemaal in voor
repetities en opnames. Ik vond ook werk korter bij huis. Eerst draaide ik mee in een
project voor het PMS van de Provincie Brabant en na een jaar vakbondswerk voor het ACV kon
ik bij de broeders Alexianen in de verpleging aan de slag. Zeven jaar stond ik op de
geriatrische afdeling. Werken met demente bejaarden viel eigenlijk goed mee. Ik had er de
voldoening dat ik oude mensen kon helpen. Nu werk ik voor de sociale dienst: ik ben
verantwoordelijk voor de opname van patiënten naar revalidatie en resocialisatie toe. Dit
wil zeggen dat ik moet bemiddelen en contacten met de families onderhouden.
BOK:
En de muziek?
Francis:
Ik ben nooit stilgevallen. Ondanks mijn eigen praktijkervaring, de zelfstudie van piano en
gitaar, had ik te weinig kennis van de notenleer. Vier jaar lang volgde ik daarom
notenleer en piano aan de Tiense Muziekacademie en ik kreeg nog een jaar privé-lessen
"jazz-piano". Ik deed examens mee in Brussel en slaagde als auteur-componist
erkend door Sabam. Sinds 1990 ben ik een zelfstandig muzikant met een handelsregister.
Ondertussen had ik de groep Positive Touch opgericht waarmee ik vanaf 1982 optrad op
festivals en zo. We deden mee aan Humo's Rock Rally, we geraakten in de finale van de
BRT-Dommelprijs en kregen een tv-optreden in Fanclub (1989). We werden gevraagd voor
Suikerrock Tienen en Marktrock Leuven.
Het jarenlang uitblijven van een echte doorbraak is een teleurstelling. Er zijn kansen
geweest maar we hebben ze niet benut en ons te lang door verkeerde mensen laten
ophouden
Mijn grootste voldoening haal ik uit de kennis van de muziek, uit mijn
solo-CD en uit het feit dat Sabam mij in 1993 bedacht met de prijs van de Belgische
Artistieke Promotie voor lichte muziek. Doorbreken met een internationale hit blijft nog
steeds mijn droom
Die droom kan werkelijkheid worden. Francis heeft unieke troeven. Hij
is niet alleen zanger-componist, hij speelt ook voortreffelijk gitaar en piano. Als geen
ander heeft hij zich toegelegd op de evolutie van de techniek in de muziek en dat zou wel
eens zijn sterkste troef kunnen worden. Francis heeft en bespeelt het hele arsenaal
synthesizers van de voorbije tien jaar, hij heeft en beheerst alle sampling-technieken die
nu zo actueel zijn en waarmee men elk denkbaar natuurlijk geluid kan weergeven. Zijn
studio F.B.Music is uitgerust met de laatste digitale opnametechniek die het mogelijk
maakt muziekopnames met CD-kwaliteit te realiseren. Francis was freelance actief als
studiomuzikant voor Belgische artiesten (Barbara Dex, Yasmine, Joe Harris Jr., e.a.). Hij
is actief in de publiciteitssector, waar hij furore maakt als componist van radio- en
tv-spots (Meli Park, Lufthansa, DVV verzekering, e.a.).
De Toneelgroep BOK bewaart de allerbeste herinneringen aan zijn composities voor Moeders
Hasjies (1988), De Groene Wreker (1990), De Canadese Muur (1992) en het Jeugdtoneel BOK
aan zijn composities en live begeleiding voor Zwarte Anna (1991) en Alice (1996).
Francis Baumans zorgt voor entertainment op galadiners, op feesten en bij stijldansen met
het DIXIE DIX COMBO. Als solo-artiest luisterde hij al honderden huwelijksvieringen op.
Bij dat alles is en blijft hij bescheiden, té bescheiden. Francis is nog steeds die
"brave jongen" van vroeger, gevoelig en expressief. Dat mag natuurlijk en dat
siert hem, maar laat het eindelijk in heel het land geweten zijn: Francis Baumans is
Hagelands muzikale wonderboy! |